En wat met India
?
In een opiniebijdrage in de krant “The Hindu”
(1) heeft John M. Alexander (2) een analyse
gepubliceerd en enkele (harde)
conclusies getrokken wat India betreft.
Een korte
samenvatting
Economisch en politiek is er in India in
de afgelopen tien jaar veel veranderd.
India is een belangrijke speler geworden
in de wereldeconomie.
Volgens een rapport van de Wereldbank (juli 2005) staat de
Indiase economie op de tiende
plaats in de wereld en met groeicijfers van 6 tot
8 % per jaar in de komende jaren lijkt de
toekomst beloftevol.
Maar komt dit ook de armen in India ten goede ?
Ik vrees van niet. Volgens de officiële gegevens leven nog steeds 260 miljoen
mensen onder
de in India gehanteerde armoedegrens. Achter dit getal schuilen
evenveel menselijke wezens,
individuele pijn en lijden en dus is het een morele
plicht de armoede uit te bannen.
Armoede,
stelt professor Amartya Sen (3), heeft niet enkel te maken met een laag inkomen,
lage consumptie en te weinig opname van calorieën – dat zijn criteria die
politici hanteren
om de armen te tellen.
Armoede is eerder een gebrek aan toegang tot essentiële elementen voor een
menswaardig
bestaan: gezondheidszorg, onderwijs, economische mogelijkheden,
veiligheid en sociale
erkenning.
Helaas blijft een groot gedeelte van de armen in India verstoken van het
groeiend economisch
succes van het land en lijken de politieke aspiraties van
India in binnen- en buitenland maar
weinig verschil te maken voor hun
erbarmelijke levensomstandigheden.
Haalt
India de Millenniumdoelstellingen ?
Waar
staat India inzake armoedebestrijding met nog 10 jaar te gaan om de
millenniumdoelstellingen te bereiken ?
Op sommige vlakken zijn de vooruitzichten bemoedigend, maar het blijft
een grote uitdaging.
Op andere gebieden ziet het er niet rooskleurig uit en
zullen nog meer gebundelde, zelfs
verdubbelde inspanningen nodig zijn.
Honger
Inzake hongerbestrijding is men op de goede weg.
Grote, regelmatig optredende extreme
hongersnoden, zoals die 50 jaar gelden nog
voorkwamen, behoren tot het verleden.
Begin van de jaren 50 leefde meer dan 50 %
van de bevolking in armoede.
Dit aantal is intussen bijna gehalveerd (maar we
spreken toch nog altijd over 260 miljoen mensen – nvdr).
Onderwijs
De vooruitzichten wat betreft het bereiken van
de Millenniumdoelstellingen op het vlak van
basisonderwijs zijn eerder gemengd.
Het is denkbaar dat India het doel om alle kinderen
tegen 2015 lager onderwijs
aan te bieden kan bereiken. Ten minste op voorwaarde dat
dorpsbesturen,
alfabetiseringscampagnes, niet-gouvernementele organisaties (NGO’s) en
zelfhulpgroepen in het ganse land erbij betrokken blijven en zich verder
hiervoor engageren.
Er ook voor zorgen dat deze kinderen blijven school lopen en
het basisonderwijs afmaken
kan nog een hele uitdaging zijn. Er zijn in dit
opzicht zeer grote regionale verschillen.
In sommige staten haalt men nog maar
50 % of minder.
Gelijke
rechten
Of het lukt de ongelijkheid tussen meisjes en
jongens in het lager en middelbaar onderwijs uit te
roeien is ook nog de vraag,
met name door de ingewortelde volksgeest om jongens te
bevoordelen tegenover
meisjes. Discriminatie tegen meisjes en vrouwen blijft algemeen
verspreid, zelfs
in relatief welvarende gedeelten van het land.
Gezondheidszorg
De gezondheidsindicatoren voor kinderen zijn
erbarmelijk in India en bijgevolg zou het land
de Millenniumdoelstellingen op
dit vlak kunnen mislopen. Jammer genoeg is de Indiase
samenleving – zowel de
overheid als de burgermaatschappij – berucht voor zijn tolerantie
en
zelfingenomenheid inzake de gebrekkige voeding van kinderen en de kindersterfte.
Meer dan anderhalf miljoen kinderen sterven elk jaar voor ze 12 maanden oud
zijn.
Bijna de helft van de kinderen tussen 0 en 35 maanden hebben een te laag
gewicht of een
groeiachterstand.
Beleid
Er bestaat een positief verband tussen snelle
economische groei en het uitbannen van armoede.
Maar dit is geen automatisme.
Een goed economisch beleid, dat oog heeft voor de evenwichtige
verdeling van
economische kansen en weldaden is een essentiële voorwaarde.
Economie en
politiek moeten daarbij hand in hand gaan.
Ik denk dat India op dit ogenblik zeer dringend nood heeft
aan bewuste en doelmatige
dienstverlening qua basisonderwijs,
eerstelijnsgezondheidszorg en overheidsinstellingen.
Als daarin niet voorzien
wordt zullen de relatief welgestelde bevolkingslagen deze diensten
zonodig
allicht op de privémarkt vinden.
De armen, die totaal afhankelijk zijn van
overheidsscholen, openbaar vervoer, staatshospitalen
en gezondheidscentra en
sociale voorzieningen voor hun levensonderhoud, worden zwaar
getroffen door de
gebrekkige dienstverlening.
|
De auteur van het artikel,
Dr. John M. Alexander. |
(1)
Bron : The Hindu, 6.10.2005.
(2) John M. Alexander is Indiër en promoveerde in juni 2006 tot Doctor in de
Wijsbegeerte aan
de K.U. Leuven. Hij is ook gastlector in politieke filosofie
aan het Jnanodaya Institute of Philosophy
in Yercaud, Tamil Nadu. Hij
publiceerde o.m. een aantal belangwekkende artikelen over armoede
en de
ontwikkelingsproblematiek in het toonaangevende Indiase tijdschrift Frontline.
(3) Professor Amartya Sen kreeg in 1998 de Nobelprijs Economie. Hij
doceert thans aan de
Harvard University in de Verenigde Staten.
Onze
conclusies
John M. Alexander legt in zijn artikel duidelijk
een aantal zware pijnpunten bloot en bevestigt
eigenlijk wat we zelf al ter
plaatse hebben kunnen vaststellen: het gaat goed met India, maar
het gaat
slecht met een zeer groot gedeelte van de bevolking.
260 miljoen mensen onder de armoedegrens, lees: die moeten rondkomen met minder
dan
1 dollar per dag, het is bijna een kwart van de Indiase bevolking.
Ondanks goed bedoelde inspanningen van de overheid blijft analfabetisme
onaanvaardbaar
groot en zijn de gezondheidszorgen en andere noodzakelijke
voorzieningen voor de armen
ondermaats.
Organisaties
zoals Abhaya India vzw en vele andere zullen nog lang noodzakelijk blijven om
via hun projecten stelselmatig mee te werken aan de alfabetisering en
ontwikkeling van de
meest achtergestelde gebieden en bevolkingsgroepen.
Uw steun is daarbij onmisbaar, waarvoor dank in naam van de kinderen en hun
familie.